Pagina's

zaterdag 1 september 2012

Klaaglied


Afgelopen vakantie las ik her en der in Franstalige bundels van dichters. De beste manier om een dichter in een vreemde taal te doorgronden is voor mij nog altijd om minstens één tekst te vertalen. Ik heb daarbij geen enkele pretentie van literair vertalen. Sterker, ik heb in dit geval wat gesmokkeld omdat ik deze tekst ook voordraag op het Uitfeest. Goed literair vertalen is verschrikkelijk moeilijk en een in Nederland, in ieder geval financieel, ondergewaardeerde discipline.

De vijfde en voorlopig laatste in deze serie is J. Slauerhoff met Complainte, uit: Fleurs de marécage, A.A.M. Stols, 1929.


Klaaglied

Leeg de zee, de nacht,
Nergens een ster.
Mijn pijn werd nooit verzacht,
Ik slaap onder een zeil,
Ik ben een verdwaald stuk wrakhout.
Maar eens vertelde je me,
Buiten adem, hartstochtelijk:
'Ik wil leven voor jou.'

En: 'Als ik moest kiezen
dan koos ik – jou.’
(Ik keur je keuze niet goed,
Maar ieder zijn plezier.)

En 'Je zoekt het Vlies,
Het Verstand veroordeelt je.
En daarom geef ik me
Aan jou (God vergeeft je!) -
Voor anderen, venijn, gif,
Voor jou alleen, een vrouw.

In het bos, in een groene
Weide zit een geel huis verborgen.
Hier leven we ons leven,
Nimf en faun spelend,

Naakt, of gekleed
Als droomfiguren;
Daar, zal ik zingen,
Zonder woorden, Eva’s lied.'

Er is niets veranderd.
Ik drijf buiten de mensheid;
De zee heeft zich gewroken,
Me teruggenomen en wist me uit.

Ik wacht op de genadeslag,
Een golf, een klip.
Het is het enige genot,
Het grootste gevaar,
Dat doodt met een roes.

Er is vrede in de ziel
Ondanks de meest heftige liefkozingen.

...Het waait aan een verre kust.
Het is de vrouw op aarde die ons kwelt,
Het is de wind van de zee die ons lokt,
En de golven.


Vrij naar J. Slauerhoff, Complainte, uit: Fleurs de marécage, A.A.M. Stols, 1929.

© (voor deze NL tekst) Nanne Nauta