Deze maand is het weer Gedichtendag, 31 januari, de laatste donderdag van de maand. Een succesvol initiatief dat ruim tien jaar bestaat. In het gansche land zijn veel, heel veel dingetjes met poëzie en dichters. Zoveel, dat alle dichters van de Nederlandse Olympus wel ergens iets doen. Dat heeft iets charmants, iets poldermodelachtigs, iedereen doet mee, telt mee. En heel Nederland lijkt ook mee te doen. Natuurlijk zijn er een aantal grotere aandachttrekkende evenementen waar net iets meer mensen en net iets meer namen van de top van de piramide van Austerlitz zijn, maar ook dat hebben we ‘goed’ opgelost, deze publiektrekkers hebben veelal hun tijdstippen verplaatst naar de woensdagavond voorafgaand.
Maar in Rotterdam zitten een aantal stagiaires bij Poetry International die zich kennelijk vervelen of nooit buiten hun eigen kamertje komen. En dus moet het anders. We krijgen dit jaar niet Gedichtendag, nee, we krijgen een poëzieweek. Alle elementen die van die ene dag een succes maakten, alle activiteiten en alle dichters op één dag aan de slag, gaan in één keer op de schroothoop.
De activiteiten worden gespreid over een week (er komen er echt niet meer), en dat betekent een enorme verschraling voor de deelnemende dichters en toeschouwers. Geen kans meer op de buurtdichter op de hoek, maar alleen weer de toppertjes die een hele week aan de slag kunnen. Maar juist die toppertjes konden we het hele jaar al zien. Meer toeschouwers zullen er ook niet komen, want het meeste publiek houdt poëzie hooguit een half uur vol, gesproken of gelezen. Kortom, een week als alle anderen.
Gedichtendag
Op een donderdag in januari
dan is het weer zover: Gedichtendag!
De dag dat elke vogel hopen mag
dat hij gehoord wordt als een kanarie.
uit: Dit is een regel, uitgeverij Holland, Haarlem, 2006
©nanne nauta